‘Het monster, dat ben jij…’

Ik gaf laatst een introductieworkshop mindfulness. De deelnemers worstelden met klachten die in vooral te maken hadden met werkdruk. Ze noemden werkdruk in een adem met verantwoordelijkheidsgevoel, perfectionisme en het gevoel te falen. Ze voelden zich gespannen, gejaagd, piekerden veel en leden aan slapeloosheid, concentratieproblemen, angstgedachten. Ze wilden hun eigen grenzen leren opmerken en weer genieten van het leven. Dat mindfulness hen handvatten kon bieden, was wat hen naar de workshop had gebracht.

In het kort vertelde ik wat mindfulness inhield, wat stress met het lichaam-geest systeem doet. Hoe meditatie helpt bij het kunnen accepteren van lastige situaties en je veerkrachtiger maakt. En ook dat grenzen herkennen en luisteren naar je behoeften belangrijke aspecten zijn van zelfzorg en de eerste stap naar verandering.

Op een gegeven moment hoorde ik mezelf zeggen dat mindfulness ook bijdraagt aan een verhoging van de productiviteit. Voor werkgevers een belangrijke term. In deze groep was die echter misplaatst en zodra ik het woord had uitgesproken, kreeg ik het akelige gevoel dat ik deel uitmaakte van het systeem dat mensen ziek maakt. Want als ik mensen handvatten biedt om veerkrachtiger te worden, kalmer en een meer accepterende houding te ontwikkelen zodat zij daarmee productiever worden en beter presteren, draag ik dan niet indirect bij aan het instandhouden van het ‘monsterlijke’ systeem dat diezelfde mensen tot de randen van hun kunnen en eroverheen duwt?

‘We hebben een onverzadigbaar monster gecreëerd dat ons de stuipen op het lijf jaagt.’

Liefdevolle vriendelijkheid is wat de Dalai Lama zijn religie noemt en wat Irene Kyojo Bakker beschrijft als een ‘overstromen van liefde, een warm, teder, zacht en open gevoel.’ Dat gevoel maakt dat je je verbonden voelt met de ander. Relatie en religie stammen van ‘religare’, dat verbinden betekent. Dat gevoel ervaren is niet alleen weggelegd voor romanpersonages of religieus leiders. We dragen die kwaliteit allemaal in ons. Denk aan een moeder die haar kind lief heeft, of aan die momenten in een mensenleven dat je overweldigd wordt door hevige gevoelens van verliefdheid. Het zijn momenten van verbondenheid, van je een voelen met de ander.

Meestal zijn het oprispingen van momentaan geluk. Dat hoeft niet zo te zijn. Je kunt leren liefdevolle vriendelijkheid duurzaam in je leven integreren. Het ‘enige’ dat je hoeft doen, is aandacht geven aan het huidige moment en jezelf verbinden met de ander. Zoals Nick Carraway doet wanneer hij beseft dat Jay Gatsby zijn rijkdom heeft opgebouwd voor het meisje van zijn dromen: ‘Weet je dan niet, dat rijke meisjes niet trouwen met arme jongens, Jay Gatsby?’ Tja. Dat schijnt in de verfilming toch een ander licht op die rijke stinkerd.

Begrijp me niet verkeerd. Stress is een natuurlijke reactie op een (levens-)bedreigende situatie. Op  zich is er niks mis met hard werken en af en toe stress ervaren is niet slecht. Het probleem is dat stressniveau’s vaak te hoog zijn als gevolg van wat een voortdurende drang lijkt naar meer, beter, verder. Wat ligt daaraan ten grondslag? Is het de behoefte om gezien te worden? Is het de aangeboren drang tot ontwikkeling? Een natuurwet in een zich almaar uitdijend universum waarvan wij een exponent zijn? Is het een existentiële leegte die we proberen te vullen? Willen we voldoen aan de behoeften van ‘de maatschappij’ die ons van wieg tot graf langs de meetlat legt? Want nog voor we de baarmoeder zijn uitgetild, zijn we al vergeleken met hoe ‘goed’ anderen het doen.

Die meetlat bestaat uit je eigen verwachtingen en die van ouders, artsen, leraren, en werkt door in je volwassen leven met partners, werkgevers, statistieken… Dit geldt voor iedereen, ongeacht of je werknemer of leidinggevende bent. De maatstaven zijn inmiddels zodanig uitgerekt dat ze steeds minder werkbaar zijn, leiden tot chronische stress en allerlei stressgerelateerde klachten. Een veelgehoorde is het gevoel jezelf te zijn kwijtgeraakt. Niet begrijpt wat jou zover heeft gebracht. Niet weet wat je wilt en nodig hebt. We hebben een onverzadigbaar monster gecreëerd dat ons de stuipen op het lijf jaagt. De stressreactie die dat veroorzaakt vermindert je opmerkzaamheid waardoor je niet merkt dat het lichaam voortdurend signalen afgeeft dat het genoeg is.

Word je bewust van de patronen die het veeleisende en verwende monster in stand houden. Stop met rennen om te voldoen aan zijn onverzadigbare behoeften. Breng mindfulness naar de situatie. Kies bewust en met zelfzorg. Of, zoals een cursist eens zei: ‘Ik ben gestrand tegen de dikke buik van het monster dat ik voed. Het is tijd voor de gezonde keuze.’ Zorg voor het monster. Want het monster dat ben jij.

‘Nou, daar kon nog geen bedankje vanaf..!’

Vaak willen we gewoon dat ‘de buitenwereld’ verandert. We zoeken heelheid, vervulling, rust, geluk… en richten ons op onze omstandigheden, de wereld, of de ‘ander’. Dit of dat moet nog anders. Er moet nog iets bij… of juist weg. Iemand moet nog iets doen of zeggen, voordat… Laten we dit eens tegen het licht houden en kijken hoe het zich uit in relaties. Met een partner, met familie, vrienden, collega’s, buren.

We kunnen oprecht het idee hebben dat als anderen nou maar veranderen, wij ons beter gaan voelen. ‘Als hij nou gewoon z’n excuses maakt, dan kan ik ook weer door’. Het is een neiging van ons systeem om ons op ‘buiten’ te richten. In plaats van naar binnen. ‘Ja maar, als zij nou eens écht interesse toont, dan…’. ‘Als hij nou gewoon dankjewel zegt…’. ‘Als mijn moeder nou eens…’. We vergeten hier één wezenlijk ding… er verandert niets! Ja, misschien voelt het even fijn. En? Is er dan ook iets ‘in jou’ verandert? Of ben je nog even kwetsbaar en afhankelijk als daarvoor? En ga je in legio situaties komen waarin je je niet gehoord voelt. Niet gezien, niet serieus genomen.

Anthony de Mello schreef hierover een mooi stukje: ‘Stel je een patiënt voor die naar de dokter gaat en zegt waaraan hij lijdt. De dokter zegt: “Goed ik heb uw symptomen begrepen. Weet u wat ik ga doen? Ik zal een medicijn voor uw buurman voorschrijven.” Zegt de patiënt: “Dank u wel dokter, ik voel me al een stuk beter”. Is dat niet absurd?’ Nou inderdaad. Maar dat is wat we doen.

‘Jij moet medicijnen hebben. Niet de ander.’    
-Anthony de Mello-

Het idee dat ‘de ander’ verantwoordelijk is voor ons gevoel is hardnekkig. Je komt het in boeken tegen, op het schoolplein, op de werkvloer. In je familie. In films. Muziek. Het draait voor een groot deel steeds om hetzelfde idee: ‘door jou voel ik me fijn’ of… ‘door jou voel ik me kl*te.’ Werkelijk? Wat een verantwoordelijkheid ook die je dan afschuift. Ik hoor zojuist “The way you make me feel” van Michael Jackson. Toffe plaat. Maar als je er even bij stilstaat… heeft zij of hij jouw lot in handen? Echt? “You’re just a product of loveliness.” Jaja… totdat ze een keertje vreemdgaat. Dan is ze een product of loveliness… voor een ander ☺. Het aloude spel van afhankelijkheid is geboren. “Tell me twice, that you’re the one for me”. Twee keer?! Bang om het gevoel kwijt te raken? En het rotgevoel dat ontstaat, komt dan zeker ook door haar? ‘Door jou voel ik me fijn’ wordt… ‘door jou voel ik me kl*te’. En er is niets veranderd.

Hoe vaak gaat een nieuwsitem niet over iemand die excuses vraagt. En dan blijkt dát toch eigenlijk ook niet voldoende. Of… ‘het had veel eerder gemoeten.’ We vragen de ander om respect, bevestiging, complimenten, waardering. En als we dat niet krijgen, of niet helemaal zoals wij het willen, kunnen we ons rot of negatief voelen. ‘Nou, daar kon nog geen bedankje vanaf.’ Maar waarom wil ik eigenlijk bedankt worden? Waarom vind ik dat dat moet? Waarom wil ik waardering, respect? Wat voel ik eigenlijk als ik het niet krijg? Wat is er te ervaren.

Stel nou dat er een ‘sorry’ komt, een ‘dankjewel’, of die erkenning of bevestiging waar je op zit te wachten. Je hebt er helemaal niets aan. Wie geeft jou de zekerheid dat als iemand zegtdat ze het goed vindt wat je doet, … dat dat ook écht zo is? En… als iemand dat wél vindt… dan is het nog steeds jouw idee dat die mening klopt. Als dat idee klopt… echt klopt… heb je toch geen bevestiging nodig? Jij wilt misschien weten dat je oké bent. Maar je bent niet oké! En ook niet niet oké trouwens! Je bent. Maar we houden er van allerlei ideeën op na over hoe het zou moeten zijn, hoe ‘ik’ zou moeten zijn, hoe ‘de ander’ zou moeten zijn… en proberen dat bij elkaar te knopen en te krijgen zoals wij het willen. En dan loopt de werkelijkheid toch net effe anders.

‘Als het écht oké is… hoeft dat toch niet bevestigd te worden?’

‘Ja maar, als iemand nou iets heel vervelends zegt, hoe kan ik me dat nou niet aantrekken?’. Het is heel eenvoudig. Als jij er bijvoorbeeld boos om wordt of verongelijkt… dan heb JIJ wat uit te zoeken! De ander wellicht ook, maar dat mag hij of zij lekker zelf weten. Kijk, een leuke ervaring is leuk. En een pijnlijke ervaring… tja, daar is meestal nog iets te ontdekken. Wat is er zo erg aan kritiek? Zegt het echt iets over wie je bent? Iemand zegt iets… er ontstaat onrust, verdriet, boosheid. Komt dat werkelijk door die opmerking? Kun je bedenken dat iemand anders helemaal niet door die woorden geraakt zou worden?

Als die ander al iets doet, dan is het ‘op een knop drukken’. Bij jou. Want… als het niet klopt wat iemand zegt… waarom doet het dan zoveel pijn? Of denk je misschien ergens dat het wél klopt? Heb je bijvoorbeeld het idee dat er iets aan jou mankeert? Rede te meer om je aandacht naar binnen te richten. Onderzoek het… wat doet er zo’n pijn? Waar verlang ik ten diepste naar? Welke ideeën hou ik erop na, over mezelf en de wereld. Over liefde. En onderzoek of die ideeën kloppen. Misschien ontdek je dan ook wel dat gevoelens gewoon ontstaan… Dat er geen ik is die aan de knoppen draait, aan de touwtjes trekt. En dat alles wat verschijnt in bewustzijn een spontaan gebeuren is.

‘Oké, dat wil ik best doen… maar ik mag me wel goed blijven voelen als iemand een compliment geeft, toch?’ Ja natuurlijk, maar als je je vereenzelvigt met je prestaties en succesjes, maak je dan maar op om je naar te voelen als ze een keer zeggen dat je niet oké bent. Je wilt dat een complimentje wél iets over jou zegt. En kritiek niet.

Wil je echt vrij zijn? Volg de weg naar binnen. En stop met het toe-eigenen van dingen die gewoon ontstaan. Stop met vereenzelvigen met wat dan ook. Positief. Negatief. Kun jij bepalen hoe je reageert, wat je voelt en denkt..? Hmmm… Really? Nogmaals, ga het onderzoeken. Neem niets van me aan, want dan heb je er weer een idee bij. Ontspan…in die ruimte… waar alles ontstaat. En als dat niet gebeurt, kun je misschien zien dat daar dus geen controle over is! Het is zoals het is, precies zoals het is. Wees gewoon ontvankelijk voor alles wat zich aandient. Eenvoudig? Jazeker. Pijnlijk? In het begin vaak wel. Maar sinds wanneer is er iets mis met pijn? En als je echt vindt dat het er niet mag zijn of het niet wilt onderzoeken, is dat natuurlijk prima. Zoals Hans Laurentius zegt: ‘Je mág vrij zijn,… het hóeft niet.’ Dat is juist het mooie van vrijheid. Dat het vrij is.

In gesprek met … mijzelf

Er leeft een monster in mij. Die gedachte schiet door mij heen terwijl ik op mijn balkon van de zon geniet. Heldere momenten van zelfreflectie komen vaak in tijden van totale ontspanning. Ik zit er eigenlijk niet op te wachten, maar goed, het is er al. De gedachte vind ik te verrassend om hem mindful aan mij voorbij te laten gaan. Ik besluit om er wat aandacht aan te geven.

Er leeft dus een monster in mij. Een licht beschaamd gevoel bekruipt me. Tegelijkertijd glimlach ik en trek mijn schouders iets op naar mijn oren, wanneer ik de zin nog een keer herhaal. Ik, die er altijd naar streef om met een hart zo groot als de wereld te leven, mensen en dingen te laten zijn zoals ze zijn, ontkom er niet aan dat er soms zomaar een monster verschijnt. Nou ja, zomaar. Het is al jaren deel van mij. Alleen breekt het sinds kort wat vaker door de liefdevolle oppervlakte heen.

‘Heldere momenten van zelfreflectie komen vaak in tijden van totale ontspanning.’

Weet je hoe je jouw monster het beste leert kennen? Wanneer je probeert om er met de ogen van een ander naar te kijken. En dat doe ik. Het heeft radar-ogen om door mensen en hun verhalen heen te kijken, een vinger die het – zonder aarzeling – op zere plekken legt en een behoorlijk scherpe tong. Van die tong heeft de omgeving soms last. De onderhoudsmonteur, mijn broer en enkele directe collega’s hebben al kennis met hem gemaakt. Een lastig wezentje is het. Ik verwonder mij vaak over hem, moet achteraf ook glimlachen om zijn onhandigheid en hou van hem. Het brengt processen in gang die anders niet waren ontstaan. Het is moedig en durft dingen te bevragen. Ook de pijnlijke, als het intuïtief merkt dat dat nodig is. Hij doorziet het als mensen verhalen vertellen om dingen te verzachten of te verdoezelen.  Ook op het werk.

In een teamoverleg mochten we vragen stellen aan een aangeschoven bestuurslid. Het team waar ik deel vanuit maak, loopt vaak tegen het probleem aan dat het veel makkelijker is beleid te verzinnen dan om het uit te voeren. Mijn directe collega stelde, zoals van tevoren afgesproken, een vraag over de wijze waarop beleidsstukken worden voorbereid. In het zeer interessante antwoord dat zij kreeg kwamen we niet tot de kern. Ik kon het niet laten en flapte er lachend uit “Hoe denken wij hier met zijn allen succesvol beleid te maken: mét of zonder draagvlak?” Die vraag was er ineens en moest er blijkbaar uit. Het was even stil.

Uit de feedback achteraf bleek dat ik met de tong van het monster gesproken had: “Te direct, niet diplomatiek genoeg, leid je vraag in”. Maar wat bleek? In het eerstvolgende teamoverleg werd aangekondigd dat het aangeschoven bestuurslid graag twee keer per jaar met ons in gesprek wil over deze onderwerpen. Die scherpe tong en pijnlijk geplaatste vinger van het monster leveren toch ook een constructieve bijdrage.

‘Soms bereik je meer met een confrontatie dan langs de weg van de liefdevolle aandacht.’

Liefdevol en mindful door het leven gaan, dat is mijn uitgangspunt. Het is zeker niet mijn intentie om mensen om mij heen in verlegenheid te brengen, te kwetsen, onzeker of zelfs boos te maken, integendeel. Achteraf heb ik soms spijt van het gedrag van het monster in mij en ik voel me er regelmatig oncomfortabel bij. En ik wil er al helemáál geen problemen door krijgen. Maar soms bereik je meer met een confrontatie dan langs de weg van de liefdevolle aandacht. Misschien kunnen kritiek en tegenspraak ook liefdevol zijn? Vandaar mijn nieuwe motto: door tegenspraak komen we verder, als familielid van het adagium je wordt niet persoonlijk aangesproken, je wordt op jouw rol aangesproken. Als we dat nou maar vaak genoeg zeggen, verandert er heel langzaam iets. Sowieso ontstaat waardering voor een liefdevolle kritische houding. De angst om fouten te maken en om eerlijk te zeggen wat je vindt, ebt dan weg.

Waar moet mijn monster nog aan werken? De manier waarop het uit de hoek komt. Het moet leren om zijn woorden in te leiden: “Misschien willen jullie dit niet horen, maar ik denk dat het nodig is om het toch te zeggen…” of “Mag ik nog een vraag stellen? Het kan wat confronterend zijn…” Eens kijken of het monster wat getemd kan worden en mensen dan niet meer zo laat schrikken.

Op mijn zonnige balkon piept het even om het hoekje en ik zie zijn radar-ogen stralen. “Het is wat het is!”, zegt hij en ik schaterlach.

Ik ben wie jij bent: mens. In deze mooie, soms ingewikkelde, grote wereld, is het aantal vragen, keuzes en mogelijkheden immens. Het verlangen naar bewust zijn en het niet weten zijn bij mij altijd aanwezig. Naast mijn werk heb ik dit verlangen verder onderzocht. In deze hoek van die grote wereld hebben we het geluk dat we tijd en vrijheid hebben om daarmee bezig te zijn.

Veerkracht komt neer op mentaal flexibel zijn

Veerkrachtig zijn.  Dat is wat je zou willen als je te maken krijgt met tegenslag. Een veer keert altijd terug naar zijn oorspronkelijke staat. Hoe je hem ook uitrekt, hij laat zich niet gek maken en komt gemakkelijk en schijnbaar onbewogen terug bij zichzelf. En een veertje is licht, vederlicht. Het dwarrelt zorgeloos naar beneden. Laat zich gewillig meevoeren door de wind. Het vindt haar weg, ongestoord blijft het zichzelf. Het hoeft niet sterk te zijn of zich anders voor te doen dan het is. Zij is wat zij is en wordt bewonderd om haar zachtheid. De kern van wat zij is, is een remedie tegen depressie, stress en burn-out. Mentale stugheid overwin je met het tegendeel: mentale flexibiliteit. Wat is daar voor nodig? Voor het ontwikkelen van veerkracht zou je werk moeten verrichten op de volgende vier domeinen. Betekenis vinden, je eigen welzijn, afstand nemen van je gedachten en verbinden.

Wat is er mooier dan van betekenis zijn voor een ander? En ook nog eens betekenis (of zin) te vinden in je eigen leven. Zin te vinden en zin te hebben, geeft je energie en perspectief. Betekenis versterkt je gevoel van eigenwaarde en geeft je een gevoel van vervulling. Betekenis vinden is sterk gerelateerd aan jouw persoonlijke ontwikkeling en is de basis van een ‘rijk’ leven.

‘Wat is er mooier dan van betekenis zijn voor een ander?’

Goed voor jezelf zorgen. Dat lijkt zo gemakkelijk, maar het is allerminst vanzelfsprekend. Je bent waarschijnlijk eerder geneigd om goed voor anderen te zorgen en jezelf min of meer te verwaarlozen. Je eigen welzijn is heel belangrijk. Als je van betekenis wilt zijn voor een ander moet je goed in je vel zitten, anders hou je dat niet lang vol. Zorg voor je lichaam (bewegen, gezond eten, voldoende slapen) en je geest (aandacht beoefenen, mindfulness, introspectie), zodat je kunt ervaren hoe waardevol het is om te geven.

Neem afstand van je (negatieve) gedachten. Relativeer op een gezonde manier. Realiseer je dat veel in je leven je vooral overkomt. Allerlei gebeurtenissen maar ook gedachten overkomen je. Je hebt niet om je gedachten gevraagd, ze komen gewoonweg tot je. Op een bijna magische manier. Sta stil bij je gedachten en laat je er niet door meeslepen. Geniet bewuster van al het mooie dat langskomt en laat de negatieve gedachten maar waaien. Moeilijk, maar heel waardevol. En als je hiermee oefent word je er steeds beter in. Mediatie kan je hierbij helpen.

‘We moeten FYSIEK AFSTAND houden en juist SOCIAAL NABIJ zijn.’

Verbinden is lastig in tijden van corona. Maar toch, we hebben elkaar nodig. Een mens is een sociaal wezen. We hebben het tijdens de coronacrisis vaak over ‘Social Distancing’, maar wat we eigenlijk bedoelen is ‘Physical Distancing’. We moeten FYSIEK AFSTAND houden en juist SOCIAAL NABIJ zijn. Investeer bewust in relaties, niet alleen nu, maar gedurende je hele leven. Reserveer tijd voor je naasten, sluit je aan bij een groep(je), investeer tijd in anderen zonder dat je er wat voor terug wilt. Nogmaals, ervaar de rijkdom van geven.
Veerkracht of mentale flexibiliteit kun je trainen. Je kunt je erin oefenen om mentaal flexibeler te worden door dagelijks bezig te zijn met betekenis, welzijn, gedachten en verbinding. Het gaat niet van de ene op de andere dag, maar door dagelijks aandacht te hebben voor het ontwikkelen van je veerkracht, zul je steeds beter met tegenslag en weerstand kunnen omgaan. Daardoor zullen depressie, stress en burn-out steeds minder vat op je krijgen.

De illusie van afgescheidenheid

‘Whenever you feel like criticizing anyone, just remember that all the people in this world haven’t had the advantages that you’ve had.’ – The Great Gatsby 

Het is een wijze les die het personage Nick Carraway krijgt van zijn vader in de klassieker van F. Scott Fitzgerald. Nick is een tolerante, zwijgzame man met een open geest en dito oor waardoor anderen zich bij hem op hun gemak voelen. Hij is empathisch, geduldig en vriendelijk. Hij is de verteller die observeert wat er gebeurt en zich verplaatst in de ander. De aandacht die hij heeft voor Jay Gatsby, stelt hem in staat de dingen te bezien vanuit een breder perspectief.

Nick bezit die kalme aanwezigheid die wijzen en sommige oude mensen hebben en die kenmerkend is voor een leven in het moment en onbezorgdheid over de toekomst. Het vormt een contrast met de eveneens zwijgzame hoofdpersoon Jay Gatsby die gefocust is op dat ongrijpbare groene licht van Daisy Buchanan’s aanlegsteiger in de verte. ‘De orgastische toekomst die zich jaar na jaar terugtrekt. De hoopvolle belofte die steeds harder doet rennen, de reikende armen almaar verder uitstrekkend in een poging haar te grijpen.’ Het groene licht dat symbool staat voor de hoop zijn grote liefde te schaken. Het vermogen zonder oordeel te zijn, stelt Nick in staat Gatsby te waarderen als mens -inclusief gebreken-, niet als de rijke ongrijpbare gangster die sommigen in hem zien. Je zou kunnen zeggen dat Nick de kenmerken van ‘metta’ bezigt, of wat in mindfulness vriendelijkheid wordt genoemd.

‘Steeds als je wilt oordelen, bedenk dan dat niet iedereen dezelfde kansen heeft gehad als jij.’

Liefdevolle vriendelijkheid is wat de Dalai Lama zijn religie noemt en wat Irene Kyojo Bakker beschrijft als een ‘overstromen van liefde, een warm, teder, zacht en open gevoel.’ Dat gevoel maakt dat je je verbonden voelt met de ander. Relatie en religie stammen van ‘religare’, dat verbinden betekent. Dat gevoel ervaren is niet alleen weggelegd voor romanpersonages of religieus leiders. We dragen die kwaliteit allemaal in ons. Denk aan een moeder die haar kind lief heeft, of aan die momenten in een mensenleven dat je overweldigd wordt door hevige gevoelens van verliefdheid. Het zijn momenten van verbondenheid, van je een voelen met de ander.

Meestal zijn het oprispingen van momentaan geluk. Dat hoeft niet zo te zijn. Je kunt leren liefdevolle vriendelijkheid duurzaam in je leven integreren. Het ‘enige’ dat je hoeft doen, is aandacht geven aan het huidige moment en jezelf verbinden met de ander. Zoals Nick Carraway doet wanneer hij beseft dat Jay Gatsby zijn rijkdom heeft opgebouwd voor het meisje van zijn dromen: ‘Weet je dan niet, dat rijke meisjes niet trouwen met arme jongens, Jay Gatsby?’ Tja. Dat schijnt in de verfilming toch een ander licht op die rijke stinkerd.

‘Vriendelijkheid ontwikkelen is een keuze’

Een oordeel over een ander is gemakkelijk geveld. Nog gemakkelijker is daarvan vrij te raken. Hoe? Door te zien dat je oordeelt. Met het inzicht komt er een barst in het vastgeroeste oordeel, en juist daar komt het licht door naar binnen. Het licht van bewustzijn welteverstaan. Die ontdekking biedt je de mogelijkheid vriendelijk te zijn voor die onuitstaanbare collega die misschien problemen thuis heeft. Doorheen de barst schijnt goedheid. Naar buiten en ook naar binnen, naar jezelf.

Vriendelijkheid ontwikkelen is een keuze. Het is werken aan geluk. Vriendelijkheid op je werk draait om respectvol met elkaar omgaan, iets doen voor een ander, complimenten geven, een luisterend oor bieden. Niet om voor je eigen gewin iets gedaan te krijgen of de laatste roddel te horen, maar om begrip te tonen en je af te vragen wat jij kunt doen. De ander te zien als mens, die -net als jij- gelukkig wil zijn. Wie weet ervaar je dan dat afgescheidenheid niets meer is dan een illusie…

Veerkracht

Veerkrachtig zijn. Dat is wat je zou willen als je te maken krijgt met tegenslag. Een veer keert altijd terug naar zijn oorspronkelijke staat. Hoe je hem ook uitrekt, hij laat zich niet gek maken en komt gemakkelijk en schijnbaar onbewogen terug bij zichzelf. En een veertje is licht, vederlicht. Het dwarrelt zorgeloos naar beneden. Laat zich gewillig meevoeren door de wind. Het vindt haar weg, ongestoord blijft zij zichzelf. Het hoeft niet sterk te zijn of zich anders voor te doen dan zij is. Zij is wat zij is en wordt bewonderd om haar zachtheid. De kern van wat zij is, is een remedie tegen depressie, stress en burn-out. Mentale stugheid overwin je met het tegendeel: mentale flexibiliteit. Wat is daar voor nodig? Voor het ontwikkelen van veerkracht zou je werk moeten verrichten op vier domeinen. Betekenis vinden, welzijn, afstand nemen van je gedachten en verbinden.

Wat is er mooier dan van betekenis zijn voor een ander? En ook nog eens betekenis (zin) te vinden in je eigen leven. Zin te vinden en zin te hebben, geeft je energie en perspectief. Betekenis versterkt je gevoel van eigenwaarde en geeft je een gevoel van vervulling. Betekenis vinden is sterk gerelateerd aan persoonlijke ontwikkeling en is de basis van een ‘rijk’ leven.

Goed voor jezelf zorgen. Dat lijkt zo gemakkelijk, maar het is allerminst vanzelfsprekend. Je bent waarschijnlijk eerder geneigd om goed voor anderen te zorgen en jezelf min of meer te verwaarlozen. Je eigen welzijn is zeer belangrijk. Als je van betekenis wilt zijn voor een ander moet je goed in je vel zitten, anders hou je dat niet lang vol. Zorg voor je lichaam (bewegen, gezond eten, voldoende slapen) en je geest (aandacht beoefenen, mindfulness, introspectie).

En neem afstand van je (negatieve) gedachten. Relativeer op een gezonde manier. Realiseer je dat veel in je leven je overkomt, allerlei gebeurtenissen maar ook gedachten overkomen je. Sta stil bij je gedachten en laat je er niet door meeslepen. Geniet bewuster van al het mooie dat langskomt, laat de negatieve gedachten maar waaien.

Verbinden is lastig in tijden van corona. Maar toch, we hebben elkaar nodig. Een mens is een sociaal wezen. We hebben het tijdens de coronacrisis vaak over ‘Social Distancing’, maar wat we eigenlijk bedoelen is ‘Physical Distancing’. We moeten FYSIEK AFSTAND houden en juist SOCIAAL NABIJ zijn. Investeer bewust in relaties, niet alleen nu, maar gedurende je hele leven. Reserveer tijd voor je naasten, sluit je aan bij een groep(je), investeer tijd in anderen zonder dat je er wat voor terug wilt.

Veerkracht of mentale flexibiliteit kun je trainen. Je kunt je erin oefenen om mentaal flexibeler te worden door dagelijks bezig te zijn met betekenis, welzijn, gedachten en verbinding. Het gaat niet van de ene op de andere dag, maar door dagelijks aandacht te hebben voor het ontwikkelen van je veerkracht, zul je steeds beter met tegenslag en weerstand kunnen omgaan. Daardoor zullen depressie, stress en burn-out steeds minder vat op je krijgen.

 

Hulp nodig?
Kies je locatie